- drukken
- {{drukken}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [duwen] appuyer (sur)2 [als iets zwaars liggen op] peser (sur)3 [kakken] faire caca♦voorbeelden:1 tegen iets drukken • (s')appuyer contre qc.2 een maatregel die op allen drukt • une mesure qui pèse sur tousII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [aan een kracht onderwerpen] presser ⇒ 〈van hand〉serrer2 [iets in een toestand, ergens brengen] presser3 [een last zijn voor] opprimer4 [drukwezen]imprimer5 [d.m.v. een stempel aanbrengen] apposer6 [knellen] serrer♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • serrer la main à qn.〈sport en spel〉 iemand van de baan drukken • tasser qn.2 de lonen drukken • limiter la hausse des salaireseen motie erdoor drukken • réussir à faire passer une motioniemand geld in de hand drukken • glisser de l'argent dans la main de qn.een kurk op een fles drukken • boucher une bouteillede lippen op elkaar drukken • serrer les lèvresiemand een kus op de lippen drukken • déposer un baiser sur les lèvres de qn.3 die ondankbaarheid drukt mij • cette ingratitude me pèse sur le coeurzware onkosten drukten ons • nous étions écrasés sous les chargesIII 〈wederkerend werkwoord; zich drukken〉1 [zich aan iets onttrekken] tirer au flanc
Deens-Russisch woordenboek. 2015.